donderdag 5 september 2013

De Olympische Spelen als glijmiddel


(bijdrage eerder gepubliceerd op www.deredactie.be)

Morgen beslist het IOC in welke stad de Olympische Spelen van 2020 zullen plaatsvinden. Als het aan de Turkse premier Recep Tayyip Erdogan ligt, dan hoeven Madrid en Tokio niet eens mee te doen aan de race. Het wordt Istanbul. Aan zelfvertrouwen heeft het de Turkse premier nooit ontbroken, en diplomatisch optreden is ook niet echt zijn stijl.
3 mei 2013: bij de ondertekening van een akkoord voor de bouw van een kerncentrale in Turkije vraagt Erdogan (foto) zijn Japanse ambtsgenoot Shinzo Abe de kandidatuur van Tokio voor de organisatie van de Olympische Spelen in 2020 in te trekken. Erdogans mening over Madrid 2020 kennen we niet, maar het laat zich raden dat hij het met een economische crisis worstelende Spanje ziet als het kneusje van de klas.
De opmerking van Erdogan aan Abe was geen grap. In Turkije is de premier gewend zijn zin door te drijven. Voor hem is de keuze tussen de Olympische credo’s "Deelnemen is belangrijker dan winnen" of "Citius, altius, fortius" (‘Sneller, hoger, sterker’) snel
Belga
gemaakt.
Van land in ontwikkeling tot ontwikkeld land
De Spelen in 2020 nemen een belangrijke plaats in in wat Erdogans politieke erfenis moet worden. Tegen die tijd wil hij president zijn, waarna hij met de 100e verjaardag van de Turkse republiek in 2023 op rust kan gaan.
De toekenning van de Spelen aan Istanbul zou de status van Turkije, althans in ogen van de premier, promoveren van land in ontwikkeling tot ontwikkeld land. Dat Turkije daarmee het eerst land in de moslimwereld zou zijn dat de Spelen toegekend krijgt, is ook zoiets waar Erdogan graag mee uitpakt.
Erdogan heeft de Spelen broodnodig om het door hem gewenste droomparcours uit te tekenen. Binnen zijn partij is er misnoegdheid over het autoritaire optreden van de premier, die zichzelf en het land de laatste maanden met vaak ongenuanceerde
uitspraken imagoschade berokkende.
Er zitten lokale verkiezingen aan te komen (maart 2014) en het Olympische lastenboek zou de slabakkende economie een impuls kunnen geven om de geprojecteerde groeicijfers (4%) te halen.
Budget is veelvoud van Tokio en Madrid
De bouwsector was de afgelopen 10 jaar zonder twijfel de motor van de Turkse economie. Het land is de laatste 5 jaar het toneel van grootschalige bouwwerken, en er staat nog zoveel meer op de planning: een kanaal tussen de Zwarte Zee en de Zee van Marmara, een derde brug over de Bosporus, een nieuwe luchthaven voor Istanbul, winkelcentra, de verhuis van de Nationale Bank van Ankara naar Istanbul, nieuwe satellietsteden en honderdduizenden woningen die vervangen dienen te worden, omdat ze niet bestand zijn tegen aardbevingen.
Via de bouwsector bedient Erdogan zowel zijn achterban als zijn financiers. De bouw houdt miljoenen mensen aan het werk, en is met vertakkingen in financiën, energie, toerisme en toeleveringsbedrijven uitermate geschikt voor de regering om de grote industriële groepen in Turkije te vriend te houden. Het olympische bouwpakket is het glijmiddel om die grote projecten te verantwoorden, en vice versa. Het budget van Istanbul is met 19 miljard dollar dan ook het veelvoud van dat van Tokio en Madrid.
Aan Erdogan zal het niet liggen
Hoe zit het met de kansen van Istanbul? In een tussentijds rapport kreeg de stad een pluim voor de onvoorwaardelijke steun van de regering, maar op veel vlakken scoorde Istanbul wel merkelijk slechter dan Tokio en Madrid.
Aan Erdogan zal het niet liggen. Die vliegt zaterdag in hoogsteigen persoon naar het olympische conclaaf in Argentinië. Hij zal dat doen vanuit Sint-Petersburg, waar hij op de G20 nog een laatste rondje lobbying zal afwerken bij de daar aanwezige wereldleiders.
Erdogan wil erbij zijn als "zijn" stad de Spelen toebedeeld krijgt. De huidige Turkse premier is geboren in Istanbul en was er tussen 1994 en 1998 burgemeester. Ook toen was de stad kandidaat voor de Spelen van 2000, die uiteindelijk naar Sidney gingen.
Ethische dossiers strooien misschien roet in het eten
De achillespees van Istanbul 2020 zijn wellicht enkele ethische dossiers. Worstelaar Rizaa Kayaalp, winnaar van brons in London 2012, werd door de International Worstelfederatie geschorst wegens racistische tweets, maar kreeg van de Turkse autoriteiten wel de eer om de vlag te dragen bij de opening van de Mediterrane Spelen.
En dan zijn er de omkoop- en dopingschandalen in Turkije, waarbij de autoriteiten daarin niet bepaald de indruk geven doortastend op te treden. En laat "schone" Spelen nu net een prioriteit zijn voor het IOC.
Maar de Turkse regering heeft zich al ingedekt voor een eventuele tegenvaller. Minister voor EU-zaken Egemen Bagis liet in een toespraak op 18 juni weten dat een eventuele afwijzing van het Istanbulse dossier de schuld zou zijn van de massale straatprotesten tegen de regering van de afgelopen maanden. 
De commissarissen die straks hun stem uitbrengen in Buenos Aires zijn gewaarschuwd: Tayyip Erdogan is een slechte verliezer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten