zaterdag 16 juni 2012

Het Koerdische probleem door buitenlandse ogen

Deze week viel een Vlaamse politicologe in de prijzen met haar proefschrift over Koerdisch nationalisme ('The Kurdish national movement (in) between Turkey and Europe').

Het juryrapport van de Koninklijke Kring voor de Wetenschap der Politiek spaart de lof niet over het werk van de jonge onderzoekster die ruim drie jaar van haar leven investeerde in het belichten van 'een zeer complex politiek vraagstuk'... 'een uitdaging die zij met succes aangaat door gebruik te maken van etnografische methoden en een zeer grote mate van voorzichtigheid en reflexiviteit.'

Ook heb ik weet van een Nederlandse freelance journaliste met als standplaats Istanbul die Koerdische taallessen neemt en recent enkele weken in een dorp in Zuidoost-Turkije is gaan wonen in het kader van een boek waaraan ze werkt.

Ik kan alleen maar bewondering hebben voor het professionalisme en de  inzet van deze twee 'yabanci' (buitenlanders) om zich te verdiepen in een probleem dat de samenleving in Turkije al decennialang verdeelt.

Feit is natuurlijk dat zij doen wat eigenlijk toekomt aan Turkse studenten en journalisten. Alleen weten die dat als het over de Koerdische kwestie gaat een proefschrift of een boek genoeg kunnen zijn om serieus in de problemen te komen. Zelfcensuur, opnieuw (zie mijn vorige blogbijdrage). Een buitenlands paspoort biedt wat dat betreft toch enige bescherming.

Zelfs een halve citroen is tegenwoordig voldoende als bewijsmateriaal om beschuldigd te worden van sympathie voor een terroristische organisatie.  Lees hier.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten