woensdag 6 juni 2012

Missionariswerk

Enkele maanden geleden werd ik op de trein van Ankara naar Eskisehir aangesproken door een vriendelijke zestiger. Naast hem zat een zwart meisje van pakweg 16 jaar oud, compleet gesluierd, afkomstig uit Somalië.

De man was haar van de luchthaven in Ankara komen oppikken, en begeleidde haar nu naar Eskisehir waar ze Turks zou leren.

Ik had de ganse tijd het gevoel alsof ik de man al eerder ontmoet had, en na een tijdje wist ik waarom.  Hij deed me sterk denken aan de Jehova's Getuigen of Mormonen die ik in Antwerpen af en toe aan de deur kreeg. Alleen was hij van de Gülen-beweging, zo vertelde hij me.

De beweging van die in Amerika wonende islamitische predikant speelt deze dagen in Turkije haar paradepaardje uit met de Turkse Olympiade (Türkçe Olimpiyatlari). Dat is geen sportcompetitie, maar een meerdaags cultuurfestival waarin dit jaar 1500 kinderen en jongeren uit 135 landen naar Turkije worden gevlogen om er hun kennis van het Turks te tonen. Het festival wordt ondersteund met reusachtige affichecampagnes en een schier eindeloze reeks tv-programma's op kanalen die toebehoren aan de Gülen-beweging.



Niets tegen taaluitwisseling natuurlijk. In het Turks bestaat een spreekwoord 'Bir dil, bir insan, iki dil, iki insan'. Wie een vreemde taal spreekt, telt voor twee. 

Des te opmerkelijker is dat de Turken zelf wat betreft taalstudie in toenemende mate achterblijven op de globaliserende wereld. De kennis van het Engels van de meeste Turkse studenten is in vergelijking met leeftijdsgenoten ondermaats. Je kan hier perfect afstuderen van een lyceum zonder één woord over de grens te spreken.

Van de Europese landen scoort alleen Kosovo slechter in in Engels tijdens de TOEFL-testen, en de recente onderwijshervormingen in Turkije stemmen deskundigen allesbehalve vrolijk.

Hopelijk heeft het Somalische meisje haar leeftijdsgenoten in Eskisehir wat Engels kunnen bijbrengen.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten